Heeft u vragen? Wij helpen u graag!

Bouwbesluit 2012

Het Bouwbesluit bevat voorschriften voor het bouwen, gebruiken en (geheel of deels) slopen van bouwwerken. Hieronder staan de belangrijkste aspecten van het Bouwbesluit over slopen en asbest uitgewerkt.

Sloopmelding in plaats van sloopvergunning

In het Bouwbesluit 2012 is de voorheen van toepassing zijnde sloopvergunning, vervangen door de sloopmelding. De hoofdregel bij een dergelijke sloopmelding is dat de sloper ten minste vier weken voor de aanvang van de werkzaamheden de sloopmelding bij het bevoegd gezag doet (artikel 1.26). In een beperkt aantal gevallen, bijvoorbeeld reparatieonderhoud, kan deze termijn verkort worden tot vijf werkdagen. Soms is er geen sloopmelding nodig. Wel is het mogelijk dat volgens andere wetgeving zoals de Monumentenwet voor het slopen een vergunning nodig is. De eisen waaraan een sloopmelding moet voldoen staan in artikel 1.26 Bouwbesluit.

Paragraaf 1.7 ‘Procedure sloopwerkzaamheden’ bevat voorschriften voor de sloper. Dit is degene die ook de sloopmelding doet. Ook een ander mag onder voorwaarden deze melding doen.

De meldingsplicht, in plaats van een vergunningplicht, betekent geen enkele verlaging van de prioriteit voor de asbestverwijdering. De toelichting op deze paragraaf benadrukt dit. Men kan een sloopmelding via het omgevingsloket indienen.

Wanneer is een sloopmelding verplicht?

Men moet een sloopmelding indienen als er meer dan 10 m3 sloopafval vrijkomt. Ook moet men een sloopmelding indienen als men asbest gaat verwijderen. Bij kleine verbouwingen zonder asbest is dus geen sloopmelding nodig. Als men tijdens een kleine verbouwing asbest vindt wat men moet verwijderen, is een sloopmelding alsnog nodig.

Een aantal beroeps- of bedrijfsmatige verwijderingshandelingen zijn niet melding plichtig. Deze handelingen staan in het besluit beschreven. Een voorbeeld hiervan is het verwijderen van geklemde vloerplaten onder verwarmingstoestellen.

Verder zijn van de meldingsplicht vrijgesteld:

  • Een sloop volgens een besluit volgens artikel 13 van de Woningwet
  • De toepassing van bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom
  • Een sloop van een seizoensgebonden bouwwerk

Termijn sloopmelding

De melding moet minimaal vier weken voor de begin van de sloopwerkzaamheden ingediend zijn. Het bevoegd gezag kan afwijken van deze termijn. Dit kan bijvoorbeeld in gevallen van een directe noodzaak tot sloop bij een calamiteit.

In bepaalde gevallen van reparatie- of mutatieonderhoudswerkzaamheden mag deze termijn tot 5 werkdagen worden beperkt. Dit kan als de normale termijn zou leiden tot onnodige leegstand of ernstige belemmering van het gebruiksgenot.

Voor particulieren geldt ook een termijn van 5 werkdagen. Deze termijn geldt voor de verwijdering van in het besluit genoemde hechtgebonden asbesthoudende toepassingen. Een voorbeeld hiervan is het verwijderen van maximaal 35 m2 geschroefde hechtgebonden asbesthoudende golfplaten per (kadastraal) perceel.

Degene die gaat slopen moet de start van die werkzaamheden melden bij het bevoegd gezag. Deze melding moet het bevoegd gezag minstens twee dagen voor de feitelijke start van de werkzaamheden hebben. Dit staat in artikel 1.33 van het Besluit. Ook moet deze persoon de beëindiging van de werkzaamheden na uiterlijk een werkdag melden aan het bevoegd gezag.

Aan te leveren gegevens bij een sloopmelding

De indiener van de sloopmelding moet bij de melding bepaalde gegevens overleggen. In artikel 1.26 lid 6 staat dat het onder meer gaat om de volgende gegevens:

  • De naam en het adres van de eigenaar van het te slopen bouwwerk
  • Een asbestinventarisatierapport

Niet alle gegevens aangeleverd, wat dan?

Een sloopmelding is alleen ingediend als alle in artikel 1.26 genoemde gegevens met het meldingsformulier zijn aangeleverd. Als er gegevens ontbreken, dan is de sloop dus niet gemeld. Het bevoegd gezag kan in dit geval handhavend optreden door een zogenoemde (preventieve) herstelsanctie.

Aanleveren asbestinventarisatie

Het Bouwbesluit bepaalt niet wanneer een asbestinventarisatierapport nodig is. Dit is geregeld in artikel 3 van het Asbestverwijderingsbesluit 2005. In Artikel 4 van dat besluit staan de uitzonderingen daarop.  Deze uitzonderingen zijn:

  • Algemeen: werkzaamheden die worden uitgevoerd in of aan bouwwerken of objecten, niet zijnde zeeschepen als bedoeld in artikel 8:2, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek, die op of na 1 januari 1994 zijn gebouwd dan wel vervaardigd:
    • Het geheel of gedeeltelijk verwijderen van rem- en frictiematerialen
    • Wegen als bedoeld in het Besluit asbestwegen milieubeheer
  • Een asbestinventarisatierapport is niet van toepassing op het in de uitoefening van een beroep of bedrijf geheel of gedeeltelijk:
    • Verwijderen van waterleidingbuizen, gasleidingbuizen, rioolleidingbuizen en mantelbuizen, voor zover zij deel uitmaken van het ondergrondse openbare gas-, water- en rioolleidingnet
    • Verwijderen van geklemde vloerplaten onder verwarmingstoestellen
    • Verwijderen van beglazingskit dat is verwerkt in de constructie van kassen
    • Verwijderen van pakkingen uit verbrandingsmotoren
    • Verwijderen van pakkingen uit procesinstallaties onderscheidenlijk verwarmingstoestellen met een nominaal vermogen dat lager is dan 2250 kilowatt
  • Een asbestinventarisatierapport is niet van toepassing op het anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf in zijn geheel:
    • Verwijderen van geschroefde, asbesthoudende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn, niet zijnde dakleien, uit een woning of uit een op het erf van die woning staand bijgebouw, voor zover de woning of het bijgebouw niet in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf worden gebruikt of bedoeld zijn voor gebruik in dat kader en de oppervlakte van de te verwijderen asbesthoudende platen maximaal vijfendertig vierkante meter per kadastraal perceel bedraagt
    • Verwijderen van asbesthoudende vloertegels of niet-gelijmde, asbesthoudende vloerbedekking uit een woning of uit een op het erf van die woning staand bijgebouw, voor zover de woning of het bijgebouw niet in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf worden gebruikt of bedoeld zijn voor gebruik in dat kader en de oppervlakte van de te verwijderen asbesthoudende vloerbedekking of vloertegels maximaal vijfendertig vierkante meter per kadastraal perceel bedraagt
    • Verwijderen van geschroefde, asbesthoudende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn, niet zijnde dakleien, of asbesthoudende vloertegels of niet-gelijmde, asbesthoudende vloerbedekking uit een vaartuig, voor zover het vaartuig niet in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt of bedoeld is voor gebruik in dat kader en de oppervlakte van de te verwijderen asbesthoudende platen maximaal vijfendertig vierkante meter bedraagt

Wanneer het Asbestverwijderingsbesluit een asbestinventarisatierapport verplicht stelt moet dit rapport ook met de sloopmelding worden ingeleverd. Deze bepaling staat in het Bouwbesluit 2012 artikel 1.26 lid 6 onder g.

De indieningswijze van de sloopmelding

De sloopmelding kan digitaal gedaan worden via het omgevingsloket. Daarnaast kan ook een papieren formulier worden gebruikt. Dit formulier kan zelf samengesteld worden op het omgevingsloket.